biologie

Thema 1: Organen en cellen

Basisstof 3: Werken met een loep en een microscoop

Samenvatting:

In deze les leer je hoe je een loep en een microscoop gebruikt om kleine details van organismen te bekijken. Je komt te weten welke onderdelen een microscoop heeft en hoe je met een microscoop een preparaat maakt en bekijkt. Je leert ook op een veilige en handige manier met deze apparaten werken, zodat je meer ziet dan met het blote oog mogelijk is.

Lesdoelen:

Lesinhoud:

Een loep en een microscoop zijn hulpmiddelen om dingen te bekijken die je niet goed met het blote oog kunt zien.

Onderdelen van een microscoop:

Werken met de microscoop:

  1. Zet de microscoop met het statief van je af.
  2. Zet het licht aan.
  3. Leg het preparaat op de tafel en zet het vast.
  4. Draai het objectief met de laagste vergroting voor.
  5. Kijk door het oculair. Gebruik de grote schroef om het beeld ongeveer scherp te stellen.
  6. Gebruik de kleine schroef om het beeld precies scherp te stellen.
  7. Wil je sterker vergroten? Draai dan een objectief met hogere vergroting voor en stel met de kleine schroef scherp.

Een preparaat maken:

Praktische toepassingen:

Controlevragen en antwoorden:

  1. Vraag: Noem drie onderdelen van een microscoop en geef hun functie. Antwoord: Oculair (lens waar je door kijkt), objectief (lens die vergroot), grote schroef (voor grof scherpstellen).

  2. Vraag: Wat is een preparaat? Antwoord: Een preparaat is wat je bekijkt onder een microscoop; het bestaat uit een voorwerpglas en een dekglas.

  3. Vraag: Waarom wordt een microscoop gebruikt in de biologie? Antwoord: Om kleine details van organismen te zien die je niet kunt zien met het blote oog.

  4. Vraag: Waarom stel je eerst scherp met het kleinste objectief? Antwoord: Zo kun je makkelijk een overzicht krijgen en het preparaat vinden en wordt het beeld niet meteen te vaag of te donker.

  5. Vraag: Hoe noem je het materiaal waarmee je een preparaat maakt? Antwoord: Prepareermateriaal【5:4†598781-01_BVJ_3B_sv1_LR.pdf】.