In deze basisstof leer je wat er gebeurt tijdens de geboorte van een baby.
Na ongeveer negen maanden zwangerschap is de baby klaar om geboren te worden.
De bevalling verloopt in drie fasen:
De bevalling
Een zwangerschap duurt gemiddeld 40 weken.
De geboorte begint wanneer de spieren van de baarmoederwand samentrekken.
Deze samentrekkingen heten weeën.
Weeën zorgen ervoor dat de baarmoedermond langzaam open gaat.
Als de baarmoedermond ver genoeg open is (ongeveer 10 centimeter), kan de baby geboren worden.
Fase 1: de weeënfase
De weeën beginnen zwak en worden steeds sterker.
Ze zorgen ervoor dat de baarmoedermond wijder wordt.
De vruchtvliezen kunnen openbarsten; dan stroomt het vruchtwater weg.
Fase 2: de uitdrijving
De baby wordt door de weeën naar buiten geduwd, via de vagina (geboortekanaal).
Bij de geboorte wordt de baby via de navelstreng nog verbonden met de placenta.
Zodra de baby ademt, wordt de navelstreng doorgeknipt.
Fase 3: de nageboorte
Na de geboorte van de baby trekken de spieren van de baarmoeder opnieuw samen.
De placenta laat los en wordt naar buiten geperst.
Dat heet de nageboorte.
Na de bevalling
De baarmoeder krimpt in en herstelt zich langzaam.
De moeder kan wat bloed verliezen — dit heet vloeiing.
De baby krijgt vaak direct voeding en huidcontact met de moeder, wat helpt bij de hechting.
Vraag: Wat is een wee?
Antwoord: Een samentrekking van de spieren van de baarmoederwand.
Vraag: Hoeveel fasen heeft een bevalling?
Antwoord: Drie — weeënfase, uitdrijving en nageboorte.
Vraag: Wat gebeurt er bij de uitdrijving?
Antwoord: De baby wordt door de vagina naar buiten geduwd.
Vraag: Wat is de nageboorte?
Antwoord: Het loslaten en naar buiten komen van de placenta.
Vraag: Hoe lang duurt een gemiddelde zwangerschap?
Antwoord: Ongeveer 40 weken.
Bron(nen): Biologie voor Jou 3A – Thema 2 Voortplanting en seksualiteit, Basisstof 5 De geboorte oai_citation:0‡BBL-3a-thema 1-organen en cellen.docx