Iedereen is anders. Dat komt doordat de erfelijke informatie in de celkernen bij iedereen anders is.
ERFELIJKE EIGENSCHAPPEN
De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt. In de celkern bevinden zich chromosomen.
Chromosomen bestaan uit DNA en eiwit. DNA bevat de informatie voor je erfelijke
eigenschappen, zoals de kleur van je ogen of een huid met sproeten. Een
DNA-molecuul is erg lang. Daardoor zijn chromosomen lange, dunne draden. Door een
microscoop zijn de chromosomen in een celkern meestal niet zichtbaar. Alleen als een cel
zich gaat delen, worden de chromosomen zichtbaar door een microscoop.
De chromosomen komen in chromosomenparen voor. De beide chromosomen van een paar zijn bijna allemaal gelijk in grootte en vorm en bevatten de informatie voor dezelfde erfelijke eigenschappen. In een chromosomenportret zijn de chromosomenparen gerangschikt naar grootte en vorm.
Elk soort organisme heeft in de kernen van de lichaamscellen een vast aantal chromosomen. Dit is altijd een even getal.
AANTAL CHROMOSOMEN
Het lichaam van een mens is opgebouwd uit lichaamscellen. Elke celkern van een
lichaamscel van een mens bevat 46 chromosomen. Dat zijn 23 chromosomenparen per
celkern. Voorbeelden van lichaamscellen zijn huidcellen, levercellen en spiercellen.
(1) a Uit welke twee stoffen bestaat een chromosoom? uit
b Welke stof bevat de informatie voor al je erfelijke eigenschappen?
c Hoeveel chromosomen bevat de kern van een cel van je lever?
d Hoeveel chromosomen bevat de kern van een beencel van een mens?
e Bevat één enkele cel van je huid de complete informatie voor al je erfelijke eigenschappen? ja / nee
f Het aantal chromosomen in een lichaamscel is altijd een even / oneven getal.
(2) a Chromosomen liggen in de celkern / het cytoplasma.
b Chromosomen komen in lichaamscellen enkelvoudig / in paren voor.
c Het aantal chromosomen in een spiercel is kleiner dan / gelijk aan / groter dan het aantal chromosomen in een huidcel.
(3) Maak de samenvatting van de basisstof af.
• Chromosomen liggen in en bestaan uit
De informatie voor is opgeslagen in
• Elk soort organisme heeft chromosomen in elke celkern.
De kern van elke van een mens bevat 46 chromosomen.
• In elke komen de chromosomen voor in
De kern van elke van een mens bevat 23 chromosomen.
(4) Lees de tekst ‘Lievelingsdier’.
a Luca zegt dat een lichaamscel van een struisvogel geen 37 chromosomen kan bevatten.
Leg uit waarom dit inderdaad niet kan.
b Luca blijkt gelijk te hebben. Een levercel van een struisvogel bevat 80 chromosomen. Hoeveel paren chromosomen bevat een huidcel van de struisvogel?
c Hoe komt het dat het aantal chromosomen in de cel van een organisme een even getal is?
d Zijn op de foto van Martijn delende cellen te zien? Leg je antwoord uit.
e Zijn de cellen op de foto waarschijnlijk de cellen van een struisvogel? Leg je antwoord uit.
f Twee cellen van een struisvogel zijn een oogcel en een huidcel. Welke van deze cellen bevat of bevatten de erfelijke informatie voor de bruine oogkleur van de struisvogel? Leg je antwoord uit.
(5) In afbeelding 6 zie je een chromosomenportret.
a Kan dit chromosomenportret afkomstig zijn van een konijn (zie tabel 1)? Leg je antwoord uit.
b Noura weet zeker dat het een chromosomenportret van een mens is. Volgens Imre kan het alleen een chromosomenportret van een veldmuis zijn. Wie heeft gelijk? Leg je antwoord uit.
c Sommige mensen denken dat organismen met meer chromosomen per celkern slimmer zijn dan organismen met minder chromosomen per celkern. Leg aan de hand van tabel 1 uit dat deze mensen ongelijk hebben.
(6) Een aardbei is een voorbeeld van een octoploïd organisme. Dat wil zeggen dat in de kern van de lichaamscellen van een aardbeienplant elk chromosoom acht keer voorkomt. Octo betekent namelijk acht.
a Een aardbeienplant heeft zeven verschillende chromosomen. Hoeveel chromosomen bevat een celkern van een lichaamscel van een aardbeienplant?
b In afbeelding 7 zie je een aardbeienplant met uitlopers, waaruit nieuwe plantjes groeien. Deze uitlopers komen allemaal uit één aardbeienplant. Hebben de nieuwe plantjes dezelfde chromosomen als de plant waaruit de uitlopers groeien? Leg je antwoord uit.