biologie

Thema 1 Organen en cellen

Basisstof 5 Gewone celdeling (mitose)

leerdoelen

1.5.1 Je kunt beschrijven hoe een gewone celdeling (mitose) verloopt, wat het doel van de mitose is en wat de kenmerken ervan zijn.

inleiding

Ieder mens is ooit ontstaan uit één cel (een bevruchte eicel). Een volwassene van 20 jaar bestaat uit ongeveer honderdduizend miljard cellen. In twintig jaar zijn er dus heel veel cellen bijgekomen.

DE VORMING VAN NIEUWE CELLEN
Elk uur vormt je lichaam veel nieuwe cellen. Door deze nieuwe cellen kun je groeien. Maar ook als organismen niet groeien, worden er nieuwe cellen gemaakt. Die zijn nodig om bijvoorbeeld een wond te herstellen of om oude cellen te vervangen.

De vorming van nieuwe lichaamscellen verloopt bij alle organismen op een vergelijkbare manier (zie afbeelding 1):
1 Kerndeling: de celkern deelt zich in tweeën.
2 Celdeling: het cytoplasma deelt zich in tweeën zodat twee cellen ontstaan.
3 Plasmagroei: de gedeelde cellen vormen extra cytoplasma.

Na de celdeling zijn uit één cel (de moedercel) twee nieuwe cellen ontstaan (de dochtercellen). Door plasmagroei wordt elke dochtercel net zo groot als de oorspronkelijke moedercel.

DE GEWONE CELDELING
Nieuwe lichaamscellen ontstaan door gewone celdeling of mitose. In zes stappen zie je wat er precies gebeurt bij de gewone celdeling. Als een cel zich niet deelt, zijn de chromosomen niet zichtbaar.

Een gewone celdeling verloopt als volgt:
• Stap 1: kopiëren van de chromosomen. Als voorbereiding op de kerndeling vormt elk chromosoom een kopie van zichzelf (het origineel). De beide DNA-ketens zitten op één plaats aan elkaar vast.

• Stap 2: spiraliseren van de DNA-ketens. De DNA-ketens van elk chromosoom rollen op tot een spiraal. Hierdoor worden de chromosomen korter en dikker. De chromosomen worden daardoor zichtbaar door een microscoop.

• Stap 3, 4 en 5: kerndeling. De twee DNA-ketens (origineel en kopie) van elk chromosoom gaan uit elkaar. Elke dochtercel krijgt van elk chromosoom een van de twee DNA-ketens. Elke dochtercel bevat daardoor dezelfde informatie voor erfelijke eigenschappen als de moedercel. Het zijn dus exacte kopieën van de moedercel.

• Stap 5 en 6: celdeling. Tussen de kernen van beide dochtercellen ontstaan twee celmembranen. Daardoor wordt het cytoplasma van beide dochtercellen gescheiden. Er zijn nu twee dochtercellen ontstaan.


(1) a Als een organisme groeit, neemt het aantal cellen af / toe.

b Wat is een ander woord voorde gewone celdeling?

c Door welk proces zijn na een celdeling de dochtercellen net zo groot als de moedercel?

d Door welk proces worden de chromosomen van een delende cel zichtbaar door een microscoop?

e Tijdens een kerndeling bestaat een chromosoom uit twee DNA-ketens.
Door welk proces bevatten deze twee ketens precies dezelfde erfelijke informatie?

(2) a Na een gewone celdeling bevat elke dochtercel:
A minder chromosomen dan de moedercel.
B evenveel chromosomen als de moedercel.
C meer chromosomen dan de moedercel.

b Na een gewone celdeling bevat elke dochtercel:
A andere erfelijke informatie dan de moedercel.
B dezelfde erfelijke informatie als de moedercel.