biologie

Thema 1 Organen en cellen

Basisstof 3 Cellen van dieren en planten

Samenvatting:

In deze les leer je dat dieren en planten uit cellen bestaan. Je ontdekt welke delen in cellen te vinden zijn, wat de verschillen zijn tussen een dierlijke en een plantaardige cel, en wat de verschillende korrels in plantencellen doen. Je leert dat cellen de bouwstenen zijn van al het leven en wat hun unieke functies zijn.

Lesdoelen:

Lesinhoud:

Dierlijke cellen

Een dierlijke cel bestaat uit de volgende onderdelen:

Plantaardige cellen

Een plantaardige cel bevat dezelfde onderdelen als een dierlijke cel (celmembraan, cytoplasma, celkern, kernmembraan), maar daarnaast:

Korrels in plantencellen

In het cytoplasma van plantencellen komen verschillende soorten korrels voor:

Overzicht celonderdelen

Dierlijke cel Plantaardige cel
Celmembraan Celmembraan
Cytoplasma Cytoplasma
Celkern Celkern
Kernmembraan Kernmembraan
- Vacuole
- Celwand
- Bladgroenkorrels, kleurstofkorrels, zetmeelkorrels (soms aanwezig)

Praktische toepassingen:

Controlevragen en antwoorden:

  1. Vraag: Noem drie belangrijke verschillen tussen een dierlijke en een plantaardige cel.
    Antwoord: Plantaardige cellen hebben een celwand, vacuole en soms korrels (bladgroenkorrels, kleurstofkorrels, zetmeelkorrels), deze ontbreken bij dierlijke cellen【16:1†gt-thema 1.pdf】.

  2. Vraag: Wat doet een celkern?
    Antwoord: De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt.

  3. Vraag: Welke korrels zorgen ervoor dat bladeren groen zijn en wat gebeurt er daarin?
    Antwoord: Bladgroenkorrels zorgen voor de groene kleur van bladeren; daarin vindt fotosynthese plaats.

  4. Vraag: Waaruit bestaat het vacuolevocht in plantencellen?
    Antwoord: Vacuolevocht bestaat uit water met opgeloste stoffen.

  5. Vraag: Geef een voorbeeld van een celonderdeel dat NIET tot de cel zelf behoort maar om de cel heen ligt (bij planten).
    Antwoord: De celwand behoort niet tot de cel, maar is een tussencelstof die om de plantencel heen ligt.