Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
Basisstof 2 Veranderingen in de puberteit
Samenvatting
Tijdens de puberteit verandert er veel in je lichaam en in je gevoelens. Je groeit snel, krijgt geslachtskenmerken en je gaat anders denken over jezelf en anderen. Deze veranderingen worden veroorzaakt door hormonen. De puberteit is de periode waarin een kind verandert in een volwassene die zich kan voortplanten.
Lesdoelen
- Je kunt uitleggen wat er in de puberteit verandert aan het lichaam.
- Je kunt het verschil noemen tussen primaire en secundaire geslachtskenmerken.
- Je begrijpt dat hormonen deze veranderingen regelen.
- Je herkent de lichamelijke en geestelijke veranderingen die bij de puberteit horen.
Lesinhoud
De puberteit begint meestal tussen 10 en 16 jaar. In deze periode maakt je lichaam hormonen aan. Hormonen zijn stoffen die in speciale klieren worden gemaakt en met het bloed door je lichaam worden vervoerd. Ze zorgen ervoor dat organen hun werk doen.
Lichamelijke veranderingen
Bij jongens:
- De balzak en teelballen groeien.
- Er wordt sperma geproduceerd.
- De stem wordt zwaarder.
- Er groeit haar op het gezicht, in de oksels en rond de penis.
- De spieren worden sterker.
Bij meisjes:
- De borsten beginnen te groeien.
- De heupen worden breder.
- Er komt haar in de oksels en rond de vagina.
- De menstruatie begint: er komt maandelijks een eicel vrij.
- De stem wordt iets lager.
Geestelijke veranderingen
In de puberteit verandert niet alleen je lichaam, maar ook je gedrag en gevoelens:
- Je wordt zelfstandiger en wil meer je eigen keuzes maken.
- Je gaat meer nadenken over wie je bent en wat je wilt.
- Je voelt je soms onzeker of snel boos.
- Je krijgt interesse in andere mensen en in liefde of relaties.
Primaire en secundaire geslachtskenmerken
- Primaire geslachtskenmerken zijn al bij de geboorte aanwezig, zoals penis, vagina, teelballen en eierstokken.
- Secundaire geslachtskenmerken ontstaan in de puberteit, zoals baardgroei, borsten en haargroei.
Praktische toepassingen
- Door te weten wat er in de puberteit gebeurt, kun je beter begrijpen wat er met jezelf en anderen aan de hand is.
- Je leert dat veranderingen bij iedereen anders verlopen: vroeg of laat beginnen is allebei normaal.
- Deze kennis helpt je respectvol om te gaan met verschillen in uiterlijk en gevoelens.
Controlevragen en antwoorden
-
Vraag: Wat zijn hormonen?
Antwoord: Stoffen die veranderingen in het lichaam regelen.
-
Vraag: Wat is het verschil tussen primaire en secundaire geslachtskenmerken?
Antwoord: Primaire zijn bij de geboorte aanwezig, secundaire ontstaan in de puberteit.
-
Vraag: Noem twee lichamelijke veranderingen bij meisjes in de puberteit.
Antwoord: Borsten groeien en de menstruatie begint.
-
Vraag: Noem twee lichamelijke veranderingen bij jongens in de puberteit.
Antwoord: Baardgroei en een zwaardere stem.
-
Vraag: Noem één geestelijke verandering tijdens de puberteit.
Antwoord: Je wordt zelfstandiger of voelt je soms onzeker.
Toetsvragen
- Wat zijn de belangrijkste oorzaken van veranderingen in de puberteit?
- Noem drie lichamelijke veranderingen bij jongens.
- Noem drie lichamelijke veranderingen bij meisjes.
- Wat zijn primaire geslachtskenmerken?
- Wat zijn secundaire geslachtskenmerken?
- Waarom is de puberteit belangrijk voor voortplanting?
- Wat betekent het dat iemand geestelijk volwassen wordt?
- Waarom verloopt de puberteit niet bij iedereen op hetzelfde moment?
- Waar worden hormonen gemaakt?
- Welke gevoelens kunnen bij de puberteit horen?
Referentie
Bron: 3GTbvj_thema_1 edit.pdf — Biologiemethode “Organen en Cellen”, thema 2 voortplanting en seksualiteit, basisstof 2.