Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
Basisstof 5 Geboorte
Samenvatting
In deze basisstof leer je hoe een baby wordt geboren.
De geboorte is het laatste deel van de zwangerschap en bestaat uit drie fasen:
de weeënfase, de uitdrijving en de nageboorte.
Je leert wat er in elke fase gebeurt en welke organen daarbij een rol spelen.
Ook leer je hoe het lichaam van de moeder zich voorbereidt op de bevalling.
Lesdoelen
- Je kunt de drie fasen van de geboorte noemen en uitleggen.
- Je begrijpt wat weeën zijn en welke functie ze hebben.
- Je weet wat er gebeurt tijdens de nageboorte.
- Je kunt uitleggen wat er verandert bij moeder en baby na de geboorte.
Lesinhoud
De bevalling
Een zwangerschap duurt gemiddeld negen maanden (ongeveer 40 weken).
De bevalling begint wanneer de weeën starten.
Weeën zijn samentrekkingen van de spieren in de baarmoederwand.
Ze zorgen ervoor dat de baby naar buiten wordt geduwd.
De geboorte verloopt in drie fasen:
- Weeënfase (ontsluiting)
- De baarmoeder trekt regelmatig samen.
- De baarmoedermond wordt wijder.
- De vruchtvliezen kunnen breken, waardoor het vruchtwater wegloopt.
- Uitdrijving
- Als de baarmoedermond wijd genoeg is (ongeveer 10 cm), begint de baby naar buiten te komen.
- De moeder perst mee bij elke wee.
- De baby wordt via de vagina geboren.
- Zodra het hoofdje en daarna het lichaam eruit zijn, begint de baby te ademen.
- Nageboorte
- Na de geboorte van de baby volgen nog enkele weeën.
- De placenta (moederkoek), navelstreng en vruchtvliezen komen los van de baarmoederwand.
- Deze worden daarna naar buiten geduwd: dit is de nageboorte.
Na de geboorte
- De baby ademt zelfstandig en de navelstreng wordt doorgeknipt.
- De moeder verliest wat bloed, maar het lichaam herstelt zich snel.
- De melkklieren in de borsten gaan melk maken; dit heet borstvoeding.
Praktische toepassingen
- Inzicht in de bevalling helpt om het proces van zwangerschap en geboorte beter te begrijpen.
- Deze kennis draagt bij aan respect voor het lichaam van de moeder en het nieuwe leven.
- Je leert hoe belangrijk goede zorg en rust zijn voor moeder en baby.
Controlevragen en antwoorden
-
Vraag: Wat zijn weeën?
Antwoord: Samentrekkingen van de spieren van de baarmoederwand die de baby naar buiten duwen.
-
Vraag: Wat gebeurt er tijdens de ontsluiting?
Antwoord: De baarmoedermond wordt wijder zodat de baby erdoor kan.
-
Vraag: In welke fase wordt de baby geboren?
Antwoord: In de uitdrijvingsfase.
-
Vraag: Wat gebeurt er bij de nageboorte?
Antwoord: De placenta, navelstreng en vruchtvliezen komen naar buiten.
-
Vraag: Waarom wordt de navelstreng doorgeknipt?
Antwoord: Omdat de baby na de geboorte zelfstandig kan ademen en eten.
Toetsvragen
- Hoe lang duurt een gemiddelde zwangerschap?
- Wat is de functie van weeën?
- Wat gebeurt er als de vruchtvliezen breken?
- Hoe heet de fase waarin de baarmoedermond opengaat?
- Wat doet de moeder tijdens de uitdrijving?
- Welke onderdelen komen los tijdens de nageboorte?
- Waarom ademt een baby pas na de geboorte zelf?
- Wat gebeurt er met de navelstreng na de bevalling?
- Waarom is vruchtwater belangrijk tijdens de bevalling?
- Wat gebeurt er met de melkklieren na de geboorte?
Referentie
Bron: 3GTbvj_thema_1 edit.pdf — Biologiemethode “Organen en Cellen”, thema 2 voortplanting en seksualiteit, basisstof 5 (Geboorte).