Thema 1 Inleiding in de biologie
Basisstof 5 Transport door membranen
Samenvatting
In deze basisstof leer je hoe stoffen cellen in en uit gaan. Het celmembraan regelt dit transport. Soms kan dit vanzelf gebeuren (passief transport), soms kost het energie (actief transport). Belangrijke vormen zijn diffusie, osmose, transport via eiwitten en blaasjestransport. Deze processen zorgen ervoor dat cellen voedingsstoffen opnemen, afvalstoffen afvoeren en in evenwicht blijven met hun omgeving.
Lesdoelen
- Je kunt de begrippen concentratie, diffusie en osmose uitleggen.
- Je kunt beschrijven hoe passief en actief transport door membranen werkt.
- Je kunt verklaren hoe osmose zorgt voor stevigheid bij planten.
- Je kunt uitleggen wat exocytose en endocytose zijn.
Lesinhoud
Concentratie en diffusie
- Concentratie = hoeveelheid opgeloste stof per hoeveelheid oplosmiddel.
- Diffusie = verplaatsing van moleculen van hoge naar lage concentratie. Dit kost geen energie.
Osmose
- Diffusie van water via een semipermeabel membraan.
- Water gaat van een plek met lage osmotische waarde naar een plek met hoge osmotische waarde.
- Bij planten zorgt osmose voor turgor (stevigheid). Bij tekort aan water kan plasmolyse optreden: het celmembraan laat los van de celwand .
Passief transport
- Transport zonder energie.
- Voorbeelden: diffusie, osmose, transport via kanaaltjes (bijv. Na+, K+, Ca2+) en aquaporines (voor water) .
Actief transport
- Transport via eiwitten mét gebruik van energie (ATP).
- Stoffen bewegen tegen het concentratieverschil in.
Transport via blaasjes
- Exocytose: stoffen worden in blaasjes naar buiten afgevoerd (secretie).
- Endocytose: stoffen worden door instulpingen van het celmembraan opgenomen in de cel. Het blaasje heet een endosoom. Endosomen kunnen versmelten met lysosomen voor afbraak .
Praktische toepassingen
- Uitleggen waarom planten slap worden bij droogte (verlies van turgor).
- Begrijpen waarom sportdrank vaak een bepaalde concentratie opgeloste stoffen bevat.
- In de geneeskunde: kennis van transport helpt bij het ontwerpen van medicijnen die via celmembranen hun werk moeten doen.
Controlevragen en antwoorden
-
Vraag: Wat is het verschil tussen passief en actief transport?
Antwoord: Passief transport kost geen energie en verloopt met het concentratieverschil mee; actief transport kost energie en verloopt tegen het concentratieverschil in.
-
Vraag: Wat is osmose?
Antwoord: De verplaatsing van water via een semipermeabel membraan, van lage naar hoge osmotische waarde.
-
Vraag: Wat gebeurt er met een dierlijke cel in een hypotonische oplossing?
Antwoord: De cel neemt water op en kan barsten.
-
Vraag: Wat is turgor en waarom is het belangrijk?
Antwoord: Turgor is de druk van het celmembraan tegen de celwand, die zorgt voor stevigheid in planten.
-
Vraag: Wat is exocytose?
Antwoord: Het afvoeren van stoffen uit de cel via blaasjes die samensmelten met het celmembraan.
Bron: Biologie voor Jou – 4 havo deel A