biologie

Thema 1 Inleiding in de biologie

Basisstof 5 Transport door membranen

Samenvatting

In deze basisstof leer je hoe stoffen cellen in en uit gaan. Het celmembraan regelt dit transport. Soms kan dit vanzelf gebeuren (passief transport), soms kost het energie (actief transport). Belangrijke vormen zijn diffusie, osmose, transport via eiwitten en blaasjestransport. Deze processen zorgen ervoor dat cellen voedingsstoffen opnemen, afvalstoffen afvoeren en in evenwicht blijven met hun omgeving.

Lesdoelen

Lesinhoud

Concentratie en diffusie

Osmose

Passief transport

Actief transport

Transport via blaasjes

Praktische toepassingen

Controlevragen en antwoorden

  1. Vraag: Wat is het verschil tussen passief en actief transport?
    Antwoord: Passief transport kost geen energie en verloopt met het concentratieverschil mee; actief transport kost energie en verloopt tegen het concentratieverschil in.

  2. Vraag: Wat is osmose?
    Antwoord: De verplaatsing van water via een semipermeabel membraan, van lage naar hoge osmotische waarde.

  3. Vraag: Wat gebeurt er met een dierlijke cel in een hypotonische oplossing?
    Antwoord: De cel neemt water op en kan barsten.

  4. Vraag: Wat is turgor en waarom is het belangrijk?
    Antwoord: Turgor is de druk van het celmembraan tegen de celwand, die zorgt voor stevigheid in planten.

  5. Vraag: Wat is exocytose?
    Antwoord: Het afvoeren van stoffen uit de cel via blaasjes die samensmelten met het celmembraan.


Bron: Biologie voor Jou – 4 havo deel A